Vordering tot meewerken aan migratie webshop toegewezen
Een uitspraak waarin een aantal veelvoorkomende issues bij IT-overeenkomsten terugkomt. Zo komt het intellectueel eigendomsrecht en het gebruiksrecht aan bod, alsmede de exit-regeling en de bijzondere zorgplicht van IT-dienstverleners.
Geschatte leestijd: 6 minuten
Migratie webshop
Een webshop-eigenaar wil zijn webshop migreren naar een nieuwe IT-dienstverlener. Het online marketingbureau die deze site heeft ontwikkeld wil hieraan niet meewerken. Het marketingbureau stelt dat er aan de webshop- eigenaar slechts een gebruiksrecht toekomt en dat alle intellectuele eigendomsrechten uitsluitend bij het marketingbureau liggen. Daarnaast geeft het marketingbureau aan dat er geen exit-regeling is overeengekomen. In kort geding doet de voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Nederland een uitspraak in het voordeel van de webshop-eigenaar.
Ontwikkelovereenkomst voor het bouwen van een webshop
In 2019 heeft de eiser in deze zaak een webshop laten bouwen door een online marketingbureau. Hiertoe is een ontwikkelovereenkomst gesloten waarop de Nederland ICT voorwaarden van toepassing zijn verklaard. Voor het bouwen van de webshop is een vast bedrag overeengekomen. Daarbij zijn er jaarlijks terugkerende kosten afgesproken voor zaken als ondersteuning en beheer.
Al tijdens de ontwikkeling van de site is er veelvuldig discussie geweest over de correcte nakoming van de overeenkomst. Uiteindelijk heeft de advocaat van de eiser (de webshop-eigenaar) de overeenkomst buitenechtelijk ontbonden hetgeen door het marketingbureau wordt afgewezen. Na overleg wordt de overeenkomst met wederzijds goedvinden op 31 juli 2022 beëindigd.
Discussie over intellectueel eigendom en exit-regeling
De eigenaar van de webshop wil deze webshop vervolgens migreren naar een andere aanbieder; een IT dienstverlener die de webshop op zijn omgeving gaat voorzetten. Het marketingbureau werkt hier echter niet aan mee. Het marketingbureau stelt dat er aan de webshop-eigenaar slechts een gebruiksrecht toekomt op de door haar ontwikkelde webshop voor de duur van de tussen partijen gesloten overeenkomst en dat tevens alle intellectuele eigendomsrechten uitsluitend bij het marketingbureau berusten. Daarnaast geeft het marketingbureau aan dat er geen exit-regeling is overeengekomen.
Gebruiksrecht
Het marketingbureau stelt, nu de tussen partijen gesloten overeenkomst is beëindigd, dat ook tevens het gebruiksrecht van de webshop-eigenaar is geëindigd. Hierdoor kan de webshop-eigenaar geen aanspraak meer maken op het gebruik van de webshop. Het marketingbureau is op die grond van mening niet gehouden te zijn om mee te werken aan een migratie naar een andere IT dienstverlener. Het marketingbureau verwijst ter onderbouwing van haar standpunt naar de artikelen 38.1 en 38.4 van de Nederland ICT Voorwaarden die op de ontwikkelovereenkomst van toepassing zijn verklaard.
De webshop-eigenaar betwist dat slechts een gebruiksrecht is verkregen op de webshop gedurende de looptijd van de overeenkomst. Partijen hebben een overeenkomst gesloten voor de ontwikkeling van een webshop. Het is nimmer aan de orde geweest dat er slechts een gebruiksrecht gedurende de looptijd van de overeenkomst zou worden verkregen.
Uitleg van de overeenkomst
Beide partijen verschillen van mening over hoe de ontwikkelovereenkomst dient te worden uitgelegd. De rechtbank is van mening dat zij deze vraag niet alleen maar zuiver taalkundig kan uitleggen. Voor de beantwoording van die vraag komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
De rechtbank is van oordeel dat uit de overeenkomst niet kan worden afgeleid dat partijen hebben beoogd om slechts een gebruiksrecht aan de webshop-eigenaar toe te kennen gedurende de looptijd van de overeenkomst. De rechtbank neemt hierin mee dat de overeenkomst niet voor een bepaalde duur is gesloten en evenmin sprake is van een betaling van een vergoeding voor het gebruiksrecht gerelateerd aan de duur van de overeenkomst. Er is juist een éénmalig bedrag voor de ontwikkeling van de webshop afgesproken.
Exit-regeling
Er is tussen beide partijen geen exit-regeling opgenomen. Dit is een leemte in de overeenkomst die, door uitleg, door de rechtbank moet worden aangevuld.
De rechtbank is van mening dat partijen de noodzaak voor ogen hebben gezien van een exit-regeling en het recht van de webshop-eigenaar op migratie van de webshop. Dit blijkt uit de over en weer gevoerde correspondentie naar aanleiding van de beëindiging van de ontwikkelovereenkomst. Zo heeft het marketingbureau eerder voorstellen gedaan om onder voorwaarden tot migratie van de webshop over te gaan.
Gezien de verstrekkende gevolgen die de lezing en uitleg die het marketingbureau aan haar algemene voorwaarden geeft, had het naar mening van de rechtbank op de weg van het marketingbureau gelegen om de webshop-eigenaar daar bij aanvang van de overeenkomst, maar in ieder geval bij haar voorstel om de overeenkomst te beëindigen, op te wijzen.
Opschortingrecht
Het marketingbureau heeft de verschuldigdheid van de door haar gestuurde facturen onvoldoende aannemelijk gemaakt. Zij kan zich, zo oordeelt de rechtbank, niet met succes op een opschortingsrecht terzake beroepen. De rechtbank geeft hierbij aan, dat de vraag naar wat partijen over en weer nog verschuldigd zijn uit hoofde van de ontwikkelovereenkomst, een nader onderzoek vergt naar de feiten waarvoor het kort geding zich niet leent.
Verwachting professionele partij
Het marketingbureau heeft ook nog gesteld dat de vordering van de webshop-eigenaar onvoldoende is bepaald om te worden toegewezen in kort geding. Dit verweer faalt eveneens. Van het marketingbureau, zo stelt de rechtbank, mag als terzake kundige professionele partij worden verwacht dat zij weet wat er benodigd is om tot migratie van de webshop te komen.
De nieuwe IT dienstverlener van de webshop-eigenaar heeft een stappenplan geformuleerd met een inschatting van de migratie. Het had op de weg van het marketingbureau gelegen, zo motiveert de rechtbank, om gespecificeerd en onderbouwd aan te geven op welke punten de vordering te onbepaald is en het voor haar niet duidelijk is waaraan zij haar medewerking dient te verlenen.
Marketingbureau dient medewerking te verlenen
De rechtbank gebiedt het online marketingbureau, kort gezegd, om met onmiddellijke ingang de volledige medewerking te verlenen aan de migratie van de webshop. Dit op straffe van verbeurte van een dwangsom.
Conclusie
We zien hier een uitspraak waarin een aantal vaak voorkomende issues bij IT-overeenkomsten terugkomt. Zo is het intellectueel eigendomsrecht en het gebruiksrecht aan bod gekomen, alsmede de bijzondere zorgplicht van IT-dienstverleners. In deze casus zien we ook weer dat er vooraf geen exit-regeling overeen is gekomen. Het is aan te raden om al bij de totstandkoming van een IIT-overeenkomst na te denken over de continuïteit na de beëindiging van het contract. Het is in toenemende mate doen gebruikelijk om in een ICT-contract een zogenaamde exit-regeling op te nemen. Op deze manier voorkom je een “customer lock-in”. Dit is vooral een aandachtspunt bij tal van clouddiensten.
In een exit regeling spreek je onder meer af wie wat gaat doen bij beëindiging van de overeenkomst. Binnen welk tijdsbestek, op welke wijze en tegen welke kosten wordt de beëindiging uitgevoerd? Niet in de laatste plaats dienen er afspraken te worden gemaakt over het vernietigen van de data. Of juist afspraken over de manier waarop deze data beschikbaar wordt gesteld en wordt overgedragen. Een tip voor afnemers van ICT-diensten: het is raadzaam de bepaling op te nemen dat de leverancier zijn verplichtingen uit de exit-regeling niet kan opschort.
Vragen over dit onderwerp?
Heb je hierover nog vragen, neem dan gerust contact op of lees andere artikelen over dit onderwerp.