Opletten met Bring Your Own Device!
Werkgever aansprakelijk voor illegale software op privé laptop. Opletten met Bring Your Own Device!
BYOD
Steeds vaker staan bedrijven toe dat hun medewerkers een eigen notebook gebruiken voor het werk. Het principe van Bring Your Own Device (BYOD) is al heel gebruikelijk waar het gaat om smartphones. Deze zelfde tendens is nu ook te bemerken bij het gebruik van privé notebooks in de zakelijke omgeving. Maar hoe zit het nu als een werknemer op zijn privé notebook illegale software voor het werk installeert en er privé mee werkt?
Deze vraag is recent door de rechtbank Overijssel beantwoord. Het geschil dat diende speelde tussen Siemens Industry Software, eigenaar van de software en Altrex. Altrex heeft een werknemer in dienst die op zijn privé notebook illegale software had geïnstalleerd voor zijn werk.
Wie is er aansprakelijk?
Nadat op verzoek van Siemens conservatoir beslag is gelegd op de notebook, is er een gekraakte versie aangetroffen van de Siemens software. Siemens heeft de aansprakelijkheid van Altrex gegrond op artikel 6:170 BW. Altrex geeft in haar verweer aan dat hun medewerker op geheel eigen houtje’ handelde. Altrex kan nu voor zijn handelen niet aansprakelijk kan worden gehouden.
Artikel 6:170 lid 1 BW bepaalt dat degene in wiens dienst de ondergeschikte zijn taak vervult, in beginsel aansprakelijk is voor schade die door een fout van een ondergeschikte aan een derde is toegebracht. Er moet (kort gezegd) sprake zijn van een functioneel verband tussen de opgedragen werkzaamheden en de foutieve gedraging. De aanwezigheid van een dergelijk verband wordt in de rechtspraak snel aangenomen. Hierbij is het niet doorslaggevend of de fout is gemaakt met gebruikmaking van zaken of middelen die door de werkgever aan de werknemer ter beschikking zijn gesteld.
Verweer
Ook het verweer dat de werknemer een privé notebook heeft gebruikt waarop hij de illegale software had geïnstalleerd houdt geen stand. De werknemer gebruikte zijn privé notebook voor aan hem opgedragen werkzaamheden. Bovendien, zo voerde Altrex aan, had Altrex de werknemer schriftelijk verboden om illegale software te gebruiken voor werkzaamheden. Door dit verbod te overtreden zou volgens Altrex de werknemer aansprakelijk zijn. De rechtbank gaat hier niet in mee. Een schriftelijk verbod is niet voldoende om geen functioneel verband aan te nemen en dus aansprakelijkheid als werkgever uit te sluiten.
Conclusie van de rechtbank
Dat Altrex haar medewerkers schriftelijk heeft verboden om software en applicaties te downloaden, leidt er niet toe dat zij niet aansprakelijk is op grond van artikel 6:170 lid 1 BW. Uit vaste jurisprudentie volgt dat ook ten aanzien van ‘verboden gedragingen’ een functioneel verband kan worden aangenomen. Noodzakelijk, maar ook voldoende is dat het downloaden, installeren en gebruiken van professionele software binnen de zeggenschap van Altrex viel. Vgl. HR 12 april 2002 (ECLI:NL:HR:2002:AD9124), NJ 2003, 138, Heijboer/De Branding).
De rechtbank veroordeelt Altrex tot betaling van een schadebedrag van 24.780 euro. Deze schade wordt vermeerderd met de kosten van het opsporingsonderzoek. Het schadebedrag kan in de einduitspraak nog verder oplopen omdat Siemens de ruimte krijgt om de geleden schade nader toe te lichten en te onderbouwen. De rechtbank geeft Altrex en Siemens anderzijds in overweging om aan de hand van haar beslissingen te onderzoeken of zij bereid en in staat zijn een minnelijke regeling te treffen.
Is dit als werkgever op een werknemer te verhalen?
Het is als werkgever raadzaam om alert te zijn bij het toestaan van Bing Your Own Device systemen zoals smartphones, ipads en notebooks. De wet biedt de werkgever mogelijkheden om schades te verhalen op een werknemer. Deze mogelijkheid is echter zeer beperkt. Art. 7:661 BW bepaalt dat een werknemer niet jegens de werkgever aansprakelijk is, tenzij de schade een gevolg is van zijn opzet of bewuste roekeloosheid. De bewijslast hiervoor ligt bij de werkgever. Uit jurisprudentie blijkt dat de aanspraak hierop en het aantonen van opzet en bewuste roekeloosheid niet evident is. Op basis van art. 7:661 lid 2 BW mag je van deze regels afwijken bij een schriftelijke overeenkomst, echter alleen wanneer een werknemer hiervoor verzekerd is.