Wat doe je als het ICT contract niet wordt nagekomen?
Wat is een ICT contract of een ICT overeenkomst? In art 6:213 is de definitie van “overeenkomst” gegeven: Een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen jegens een of meer anderen een verbintenis aangaan. ICT organisaties leveren een diversiteit aan producten en diensten. In de praktijk zie je dan ook een diversiteit aan contracten. ICT overeenkomsten en ICT contracten kenmerken zich door een eigen terminologie, een samenhang van technologische producten en licenties en lastig te doorgronden dienstverlening. Dit maakt het tot complexe materie die vaak lastig te hanteren is.
Geschatte leestijd: 7 minuten
Rechtsmiddelen bij het niet nakomen van een ICT contract
In het geval van ontevredenheid over de dienstverlening van een leverancier, bijvoorbeeld doordat deze niet aan zijn verplichtingen voldoet, heb je als afnemer diverse rechtsmiddelen tot je beschikking. Het meest voor de hand liggende rechtsmiddel is misschien wel het vorderen van nakoming van het ICT contract. Het niet nakomen kan er echter toe leiden dat er schade ontstaat voor de afnemer.
Schadevergoeding
Wanneer er schade ontstaat door een tekortkoming is een leverancier er in beginsel toe verplicht deze schade te vergoeden tenzij de tekortkoming niet aan de leverancier kan worden toegerekend. Dit vloeit voort uit art. 6:74 BW. Voor het slagen van een vordering tot schadevergoeding dient er aan een aantal vereisten te worden voldoen. Allereerst dient er sprake te zijn van “tekortkoming”
Tekortkoming
Van een tekortkoming is sprake indien de prestatie achterblijft bij hetgeen hierover in het ICT contract of de ICT overeenkomst is afgesproken. Eigenlijk heel gemakkelijk dus, maar de praktijk is weerbarstiger. Het probleem zit vaak in het ontbreken van heldere afspraken c.q. een duidelijke overeenkomst. ICT-projecten kenmerken zich doordat er in beginsel globale afspraken worden gemaakt die gedurende de tijd verder worden ingevuld. Ook het wijzigen van specificaties is binnen de ICT meer regel dan uitzondering. Alvorens de vraag te kunnen beantwoorden of er sprake is van een tekortkoming dient er dus veelal goed onderzoek te worden gedaan naar de vaststelling van de afspraken. Een bijkomende factor is vervolgens dat gemaakte afspraken binnen de ICT vaak globaal of functioneel van aard zijn. Hierbij is het lastig om vast te stellen wat er geleverd zou moeten worden en waarom er sprake zou zijn van een tekortkoming. Het is overigens raadzaam om eventuele klachten vroegtijdig (al lopende de projectfasen) kenbaar te maken. Op grond van art. 6:89 BW kan een leverancier die op een gebrek in zijn prestatie wordt aangesproken, zich van die aanspraak bevrijden indien de afnemer niet binnen bekwame tijd over het gebrek heeft geklaagd.
Toerekenbaar en causaal verband
Het is zaak dat de tekortkoming aan de leverancier kan worden toegerekend. Op grond van art. 6:74 BW is een tekortkoming aan de schuld van de leverancier te wijten indien hij de niet-nakoming redelijkerwijs had kunnen of moeten voorkomen. Wanneer er een tekortkoming aan een leverancier kan worden toegerekend komt er nog een element om de hoek kijken: er dient een aantoonbare schade te zijn waarbij er een direct verband bestaat tussen de niet-nakoming en de schade. Dit directe verband wordt aangeduid als het “causale verband”.
In verzuim
Wanneer er sprake is van een tekortkoming en de leverancier is in verzuim, dan staat de mogelijkheid open tot het aanwenden van rechtsmiddelen zoals het vorderen van een schadevergoeding. Wat is dit verzuim? Verzuim is eigenlijk niets meer dan de tijd dat de overeengekomen prestatie uitblijft. Zonder dat er sprake is van verzuim kan een ICT contract of ICT overeenkomst niet worden ontbonden. Als hoofdregel geldt dat er bij een tekortkoming een ingebrekestelling moet worden verstuurd. De ingebrekestelling is een schriftelijke aanmaning waarin de leverancier een redelijke termijn wordt gesteld om alsnog op de overeengekomen manier te presteren en waarin de leverancier aansprakelijk wordt gesteld voor de gevolgen van de niet-nakoming binnen deze termijn. Het verzuim ontstaat zodra de leverancier de verplichting niet binnen deze termijn nakomt. Op deze hoofdregel is een uitzondering. Op basis van art. 6:83 BW is er onder meer geen ingebrekestelling vereist wanneer er sprake is van een fatale termijn of wanneer de klant uit de mededeling van de leverancier moet afleiden dat deze tekort zal schieten.
Het “verzuim” is een complex juridisch onderwerp. Het is vele malen uitgebreider dan ik hier in het kort schets. Laat je hierover vooraf goed informeren. Om het alvast nog wat complexer te maken wil ik ook aangeven dat er sprake kan zijn van zogenaamd schuldeisersverzuim. Binnen ICT-overeenkomsten is dit geen onbekende. Binnen de uitvoering van ICT-overeenkomsten is het vaak van belang dat ook de klant een bepaalde prestatie levert. Wanneer de klant niet voldoende meewerkt of onvoldoende medewerking verleent kan er sprake zijn van een schuldeisersverzuim. Wanneer dit het geval is kan dit een reden zijn om het verzuim aan de kant van de leverancier te laten vervallen.
De ontbinding van het ICT contract of de ICT overeenkomst
Wanneer er sprake is van een tekortkoming en de leverancier is in verzuim dan is er in principe een mogelijkheid om de overeenkomst te ontbinden. Dit naast of in plaats van schadevergoeding. Op grond van art. 6:271 BW heeft de ontbinding tot gevolg dat zowel de klant als de leverancier de prestaties die al zijn verricht ongedaan moeten maken. Binnen de ICT is dit veelal lastig te realiseren, art. 6:272 BW biedt hierin een oplossing. Wanneer ongedaan maken niet meer mogelijk is dan moet daarvoor in de plaats, op basis van dit wetsartikel, een vergoeding worden betaald. Een bijkomende factor is dat de partij die tekortschiet in beginsel schadeplichtig is tegenover de wederpartij.
Binnen ICT-overeenkomsten is het overigens doen gebruikelijk om met specifieke of algemene voorwaarden te werken. Door toepassing van deze voorwaarden kan de situatie rondom verzuim en ontbinding anders worden.
Dwaling
Wanneer er een overeenkomst tot stand is gekomen onder invloed van een onjuiste voorstelling van zaken kan een afnemer een beroep doen op dwaling en zo niet meer gebonden zijn aan de overeenkomst. Een beroep op dwaling kan worden gedaan wanneer de omstandigheden al ten tijde van het sluiten van de overeenkomst aanwezig waren en de afnemer (de dwalende) de overeenkomst niet zou hebben gesloten bij een juiste voorstelling van zaken. Art. 6:228 BW geeft drie gevallen waarin een overeenkomst kan worden vernietigd onder invloed van dwaling.
Het slagen van een beroep op dwaling heeft verstrekkende gevolgen. De overeenkomst wordt met terugwerkende kracht vernietigd tot op het tijdstip waarop de overeenkomst werd afgesloten. Dit betekent dat al verrichtte prestaties zonder rechtsgrond zijn uitgevoerd en gedane betalingen kunnen op grond van onverschuldigde betaling worden teruggevorderd.
Voorkomen is beter!
Het aanwenden van rechtsmiddelen wordt bij voorkeur voorkomen. De kans op geschillen kan vaak relatief eenvoudig worden verkleind. Dit allereerst door vooraf duidelijke en meetbare afspraken te maken over zowel de aard van de prestatie die geleverd dient te worden als de tijd waarbinnen dit moet zijn opgeleverd. Leg dit vast in een goede overeenkomst en besteed voldoende aandacht aan leverings- en inkoopvoorwaarden. Besteed tijdens de uitvoering zowel als leverancier maar ook als klant aandacht voor het project- en contractmanagement en leg afspraken vast. Mochten er zich tijdens de projectfase of gedurende het contract toch meningsverschillen voordoen, dan is het van groot belang voor een succesvolle samenwerking dat deze meningsverschillen zo snel mogelijk wordt opgelost.
Vragen over ICT overeenkomsten of contracten?
Heb je nog vragen over ICT overeenkomsten, contracten of over het overeenkomstenrecht in het algemeen, neemt dan gerust contact op of lees andere artikelen over dit onderwerp.