ICT overeenkomst is gebaat met duidelijke afspraken
Een wellicht onverwachte uitspraak over de eenzijdige opzegging van een overeenkomst door een ICT leverancier. Hieruit blijkt maar weer eens dat het bij de totstandkoming van (ICT) overeenkomsten zinvol is om vooraf goede afspraken te maken.
Overeenkomstenrecht
In dit artikel een inkijkje in het boeiende vakgebied van het overeenkomstenrecht. De vraag die centraal staat is of een leverancier, in deze situatie een ICT leverancier, een overeenkomst met zijn klant eenzijdig kan opzeggen? Je zou verwachten van niet. Stel je even voor dat je de v-snaar van je auto laat vervangen en het autobedrijf besluit om halverwege maar te stoppen. Erg praktisch is dit niet en er ontstaan tal van vragen zoals of je de reeds uitgevoerde werkzaamheden nu toch dient te betalen? Het hangt zoals wel vaker is gebleken weer af van de afspraken die vooraf zijn gemaakt of vooral de afspraken die vooraf niet zijn gemaakt.
Overeenkomst van opdracht
Het recht kent een diversiteit aan soorten van overeenkomsten. Naast de overeenkomsten die onder meer in boek 6 van het Burgerlijk Wetboek (BW) worden genoemd zijn er een aantal bijzonder overeenkomsten. Deze worden onder meer in boek 7 BW behandeld. Een aantal voorbeelden van bijzondere overeenkomsten zijn de huurovereenkomst, arbeidsovereenkomst, verzekeringsovereenkomst, aanneming van werk en de overeenkomst van opdracht.
In dit artikel richt ik me op deze laatste bijzonder overeenkomst, de “overeenkomst van opdracht”.
Art 7:400 lid 1 BW: De overeenkomst van opdracht is de overeenkomst waarbij de ene partij, de opdrachtnemer, zich jegens de andere partij, de opdrachtgever, verbindt anders dan op grond van een arbeidsovereenkomst werkzaamheden te verrichten die in iets anders bestaan dan het tot stand brengen van een werk van stoffelijke aard, het bewaren van zaken, het uitgeven van werken of het vervoeren of doen vervoeren van personen of zaken.
Zoals uit deze uitspraak van de rechtbank Amsterdam blijkt wordt het ontwikkelen van software aangemerkt als een overeenkomst van opdracht. Vanwaar wordt dit een “bijzondere overeenkomst” genoemd? Een bijzondere overeenkomst is aanvullend op de algemene regels in het BW. Voor de overeenkomst van opdracht betekent dit onder andere dat er een specifieke opzeggingsregeling van toepassing is die in art. 7:408 BW is vastgelegd.
Artikel 7:408 BW:
1. De opdrachtgever kan te allen tijde de overeenkomst opzeggen.
2. De opdrachtnemer die de overeenkomst is aangegaan in de uitoefening van een beroep of bedrijf, kan, behoudens gewichtige redenen, de overeenkomst slechts opzeggen, indien zij voor onbepaalde duur geldt en niet door volbrenging eindigt.
3. Een natuurlijk persoon die een opdracht heeft verstrekt anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf, is, onverminderd artikel 406, ter zake van een opzegging geen schadevergoeding verschuldigd.
Uit voorgaand artikel blijkt dat je als opdrachtgever een ruime mogelijkheid hebt om een overeenkomst van opdracht op te kunnen zeggen. Als opdrachtnemer kan dat echter niet zo maar. Dat kan alleen als er sprake is van gewichtige redenen of wanneer de overeenkomst voor onbepaalde tijd is aangegaan en niet eindigt door het volbrengen van de opdracht. Wanneer is er dan sprake van een gewichtige reden? Art 7:402 lid 2 geeft hierin duidelijkheid.
Art. 402 lid 2 BW: De opdrachtnemer die op redelijke grond niet bereid is de opdracht volgens de hem gegeven aanwijzingen uit te voeren, kan, zo de opdrachtgever hem niettemin aan die aanwijzingen houdt, de overeenkomst opzeggen wegens gewichtige redenen.
Rechtbank Amsterdam
Met deze theorie in gedachte gaan we terug naar de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam. Een ICT leverancier heeft een opdracht gekregen van een juwelier voor het “bouwen” van software. De uitvoering van de opdracht verloopt niet naar de wens van de opdrachtgever en hij geeft aan dat hij een second opinion wil vragen aan een derde die veel ervaring heeft met software ontwikkelprocessen. De ICT leverancier trekt zich na dit aangeven direct terug als leverancier omdat het vertrouwen bij beide partijen sterk is verminderd of ontbreekt. De juwelier ontbindt de overeenkomst wegens wanprestatie. De lCT leverancier houdt de juwelier echter aan de betaling van het werk dat tot aan die tijd is verricht. De rechtbank is van mening dat zij niet kan vaststellen dat de overeenkomst door volbrenging zou eindigen. Concrete afspraken over het te bereiken resultaat zijn op voorhand niet gemaakt. De rechtbank komt daardoor tot het oordeel dat de ICT leverancier geen gewichtige reden hoefde aan te voeren om tussentijds op te zeggen. De ICT leverancier eist in reconventie de betaling van facturen die zijn verstuurd na de opzegging. Deze eis wordt afgewezen.
Vooraf heldere afspraken maken
Zoals ik vaker afsluit, blijkt ook weer uit deze afspraak dat je maar beter vooraf goede en duidelijke afspraken kunt maken.