Offerte fors duurder na 0-meting is geen reden voor ontbinding
Twee zakelijke dienstverleners gaan een overeenkomst met elkaar aan voor de aanleg van een pLTE-netwerk bij een Zorgcentrum. Uit de 0-meting die daarop volgt komt naar voren dat er veel meer apparatuur nodig is dan was begroot. De totaalprijs voor de aanleg van het pLTE-netwerk zou hiermee fors hoger uitvallen. Dit levert geen reden op tot ontbinding, zo concludeert de rechtbank Zeeland-West-Brabant.
Geschatte leestijd: 5 minuten
Forse prijsverhoging na 0-meting
De leverancier van het systeem heeft hiervoor een offerte opgesteld met daarin een raming voor het systeem. De leverancier is hierbij uitgegaan van een zogenaamde bureaumeting. In deze offerte is vermeld dat de leverancier eerst nog een 0-meting bij de eindklant, een Zorgcentrum moest uitvoeren. Op basis daarvan zou een exacte opgave van de benodigde apparatuur worden vastgesteld. Daarbij is aangegeven dat de prijs op basis van de uitkomst van deze 0-meting nog kon afwijken.
Er wordt een overeenkomst gesloten op basis van deze offerte ter waarde van een totaalprijs van € 86.884,05 inclusief. De afnemer heeft hierbij de helft van deze totaalprijs aanbetaald.
Uit de 0-meting komt vervolgens naar voren dat er veel meer apparatuur nodig is dan was begroot. De totaalprijs voor de aanleg van het pLTE-netwerk zou hiermee veel hoger uitvallen. De meerprijs wordt begroot op circa € 25.000,00. Dit nog zonder extra dekking in andere ruimten.
Afnemer stelt dat leverancier tekort is geschoten
De afnemer stelt dat de leverancier tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. Volgens de afnemer moest de leverancier op basis van de overeenkomst in februari 2023 een pLTE-netwerk installeren bij een Zorgcentrum. Dat is niet gebeurd en dit was een fatale termijn in de zin van art. 6:83 BW onder a. De afnemer is van mening dat de leverancier na de uitkomsten van de 0-meting niet meer bereid het pLTE-netwerk te installeren bij het Zorgcentrum tegen de door haar geoffreerde en overeengekomen prijs van € 86.884,05. Uit de communicatie rondom de meerprijs moet volgens de afnemer worden afgeleid dat leverancier tekort zou schieten in de nakoming in de zin van art. 6:83 BW onder c. In de offerte is weliswaar opgenomen dat een 0-meting zou worden gedaan, maar de afnemer hoefde naar zijn mening op basis van de overeenkomst geen rekening te houden met een dergelijke verhoging van de prijs.
De leverancier betwist dat zij tekort is geschoten. Volgens de leverancier was geen sprake van een fatale termijn. Partijen waren nog in overleg met elkaar over de exacte uitvoering van de overeenkomst. Uit de systematiek van de overeenkomst, een inschatting op basis van een bureaumeting gevolgd door een nadere inventarisatie en een 0-meting, volgt dat afwijkingen van de overeenkomst op basis van nacalculatie zal worden doorbelast. De contractuele aanpassing is daarmee naar de mening van de leverancier in de overeenkomst zelf geregeld en levert dan ook geen tekortkoming door de leverancier op.
Er is geen sprake van een fatale termijn
De rechtbank Zeeland-West-Brabant overweegt dat er uit de stukken niet volgt dat partijen met elkaar een fatale termijn hebben afgesproken. Er lijkt sprake te zijn van een planning. Dat sprake is van een planning volgt ook uit de e-mailcorrespondentie tussen partijen waarin de leverancier aangeeft dat zij op zijn vroegst in maart kan starten met de werkzaamheden. De afnemer reageert daar weliswaar op dat zij daarvan baalt omdat in eerste instantie februari was afgesproken, maar vervolgens spreken partijen met elkaar over een alternatieve planning, namelijk een start begin maart 2023.
De afnemer stelt dat de leverancier wist dat het bestaande contract van het Zorgcentrum in maart afliep. De bekendheid met het aflopen van het bestaande contract betekent naar het oordeel van de rechtbank echter nog niet dat er ook een fatale termijn is afgesproken. De rechtbank neemt in haar oordeel mee dat partijen in februari, maart en zelfs nog begin april 2023 met elkaar hebben gesproken over een alternatieve oplossing. Uit het feit dat partijen met elkaar in gesprek zijn gebleven, volgt niet dat de afnemer vasthield aan een fatale termijn van eind maart 2023.
Voor zover wel sprake zou zijn geweest van een fatale termijn, is de rechtbank bovendien van oordeel dat de afnemer, de leverancier in redelijkheid niet aan deze termijn kon houden voordat er duidelijkheid was over de gekozen oplossing. De afnemer wees het volgens de leverancier noodzakelijke meerwerk en de alternatieve oplossingen af. De leverancier kan geen pLTE-netwerk installeren zolang niet duidelijk is hoe dat netwerk eruit moet gaan zien.
De leverancier is niet tekortgeschoten
De afnemer stelt verder dat de leverancier zou gaan tekortschieten. De leverancier was immers niet bereid om een pLTE-netwerk te installeren bij het Zorgcentrum tegen de door haar geoffreerde prijs.
De rechtbank stelt voorop dat tussen partijen niet ter discussie staat dat zij geen vaste prijs hebben afgesproken. Beide partijen wisten dat de prijs nog kon wijzigen naar aanleiding van de 0-meting.
Uit de 0-meting kwam vervolgens naar voren dat door de demping van het pand veel meer apparatuur nodig was. Het meerwerk en de meerprijs zou daardoor aanzienlijk zijn. Over dat meerwerk hebben partijen vervolgens geen overeenstemming bereikt. Dat betekent niet dat de leverancier tekort is geschoten in de overeenkomst. Als de leverancier het pLTE-netwerk met de hoeveelheid hardware en licenties zoals geoffreerd, had geïnstalleerd, dan had dit niet tot de door het Zorgcentrum gewenste oplossing geleid. De leverancier zou dan een niet deugdelijk netwerk hebben geïnstalleerd.
De leverancier heeft dit duidelijk en onderbouwd bij de afnemer aangegeven. De rechtbank is van oordeel dat niet afgeleid kan worden dat de leverancier de overeenkomst niet wilde nakomen.
De rechtbank komt tot de conclusie dat de door de afnemer gestelde tekortkomingen, geen tekortkomingen in de zin van art. 6:265 BW zijn. Het beroep op ontbinding, dat is gebaseerd op die gestelde tekortkomingen, gaat daarom niet op. De afnemer heeft daardoor ook geen recht op schadevergoeding.
Hoe kun je dit soort situaties voorkomen?
Hoe kun je dit soort situaties nu voorkomen? Het aanwenden van rechtsmiddelen wordt bij voorkeur voorkomen. De kans op geschillen kan vaak relatief eenvoudig worden verkleind. Dit allereerst door vooraf duidelijke en meetbare afspraken te maken over zowel de aard van de prestatie die geleverd dient te worden als de tijd waarbinnen dit moet zijn opgeleverd. Weet wat je afspreekt! Leg dit vast in een duidelijke overeenkomst en besteed voldoende aandacht aan leverings- en inkoopvoorwaarden. Besteed tijdens de uitvoering zowel als leverancier maar ook als klant aandacht aan het project- en contractmanagement en leg afspraken vast. Mochten er zich tijdens de projectfase of gedurende het contract toch meningsverschillen voordoen, dan is het van groot belang voor een succesvolle samenwerking dat deze meningsverschillen zo snel mogelijk wordt opgelost.
Meer weten?
Heb je vragen over dit onderwerp, neemt dan gerust contact op of lees andere artikelen over dit onderwerp.