BYOD

De formatterende werknemer


Maak afspraken omtrent het inleveren van bedrijfseigendommen en spreek af in welke staat deze zaken moeten worden ingeleverd.

Wanneer een werkgever bedrijfsmiddelen ter beschikking stelt aan een werknemer, zoals een notebook of telefoon worden er een veelal afspraken gemaakt over het gebruik hiervan en wordt er vastgelegd dat deze bij het einde van het dienstverband dienen te worden ingeleverd. Veelal gebeurt dit in een arbeidsovereenkomst of arbeidsregelement. In dit artikel behandel ik een uitspraak in hoger beroep van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch waaruit blijkt dat je bij dit soort afspraken maar beter ook afspreekt in welke staat deze zaken moeten worden ingeleverd.

Werknemer formatteert notebook

Centraal in deze uitspraak staat een werknemer (een developer/ Marketingmedewerker) die op non-actief is gesteld. De werkgever verzoekt de medewerker dat hij zijn bedrijfseigendommen inlevert waaronder zijn notebook, een externe harddisk en zijn telefoon. De werknemer stemt daarmee in: “Zodra ik alle privé zaken van de laptop heb gehaald staat deze tot jullie beschikking”. In plaats van alleen de privé gegevens te wissen kiest de werknemer ervoor om de harddisk van de notebook volledig te formatteren. De werkgever voert aan dat er hierdoor (bedrijfsgevoelige) gegevens verloren zijn geraakt zoals werkaantekeningen, gespreksverslagen met klanten en derden, ontwerpen voor software en ontwikkelde software. De werkgever kiest er vervolgens voor om de medewerker op staande voet te ontslaan. De werknemer die het hiermee niet eens is start een procedure bij de kantonrechter en verzoekt de werkgever te veroordelen tot het betalen van een billijke vergoeding. De kantonrechter stelt de werknemer in het gelijk en kent hem een (weliswaar lagere) billijke vergoeding toe.

Geen dwingende reden voor ontslag

De werkgever gaat tegen deze uitspraak in beroep en verzoekt het hof onder meer een verklaring voor recht af te geven dat zij een dringende reden had om de medewerker op staande voet te ontslaan. Het gerechtshof gaat hierin niet mee en is van mening dat de arbeidsovereenkomst is opgezegd zonder dat daarvoor een dringende reden bestond in de zin van art. 7:678 lid 1 BW.

Het hof motiveert deze beslissing

De werknemer heeft erkend dat hij de laptop en harddisk heeft geformatteerd en leeg heeft ingeleverd. Hiermee heeft de werknemer naar het oordeel van het hof een verkeerde beslissing genomen. Dit heeft hij overigens zelf ook ingezien, zo heeft hij verklaard. De werknemer kon en moest begrijpen dat het voor de werkgever van belang was dat zij over de laptop en harddisk kon beschikken, met de zich daarop bevindende bedrijfsgegevens. Het is echter de vraag of dit een dringende reden oplevert  Het hof is van mening dat dit niet het geval is. Deze reden voor deze beslissing is ten eerste gelegen in het feit dat de werknemer heeft aangevoerd dat hij de notebook en harddisk heeft geformatteerd wegens een gebrek aan vertrouwen in de werkgever. Dit gebrek aan vertrouwen was reëel, zo oordeelt het hof. De werknemer wilde er om deze reden zeker van zijn dat al zijn privéinformatie van zowel de notebook als van de harddisk was verwijderd. Formattering was in de optiek van werknemer noodzakelijk. Ten tweede is niet gebleken dat de werknemer kwade bedoelingen had of schade heeft toegebracht aan de werkgever. De werknemer heeft toegelicht dat hij de zaken niet heeft leeg gemaakt om zijn werkgever te benadelen of om er zelf beter van te worden, maar uitsluitend ter bescherming van zijn privacy. Hiermee komt het hof tot de conclusie dat de arbeidsovereenkomst is opgezegd zonder dat daarvoor een dringende reden bestond.

Maak vooraf goede afspraken

Om deze situatie te voorkomen, of om in elk geval juridisch sterker te staan, had de werkgever er beter aan gedaan om vooraf afspraken te maken over de manier waarop bedrijfseigendommen zoals notebooks, telefoons en gegevensdragers, dienen te worden ingeleverd.