Wob

Wob beroep beperkt het auteursrecht


Wob beroep kan een beperking opleveren van het auteursrecht

Wob beroep

Deze uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State maakt duidelijk dat een Wob beroep een beperking kan opleveren van het auteursrecht. In deze zaak heeft de appellant de korpschef van politie verzocht om hem documenten aan te leveren met betrekking tot een door onderzoekers van de Universiteit Leiden opgesteld rapport over “Etnisch profileren”. 

De korpschef heeft dit verzoek gedeeltelijk afgewezen. De appellant heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt hetgeen door de korpschef gedeeltelijk ongegrond is verklaard. De korpschef heeft hierbij te kennen gegeven dat de studentonderzoekers als auteurs aan het rapport hebben meegewerkt. De korpschef heeft hun roepnamen, voorletters en achternamen openbaar gemaakt. Openbaarmaking van de voornamen, geboortedata en geboorteplaatsen heeft de korpschef geweigerd met een beroep op eerbiediging van hun persoonlijke levenssfeer. In zijn schriftelijke uiteenzetting heeft de korpschef toegelicht dat openbaarmaking van die gegevens gecombineerd met de al openbaar gemaakte namen nader onderzoek naar de achtergrond van de studentonderzoekers mogelijk maakt.

Art. 10 lid 2, aanhef en onder e Wob: “Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen (…) de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer (…)”

De appellant gaat in beroep bij de rechtbank Amsterdam waar het ingestelde beroep ongegrond wordt verklaard. Vervolgens gaat hij in hoger beroep en betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de korpschef openbaarmaking van de door de studentonderzoekers vervaardigde masterscripties met een beroep op artikel 1 van de Auteurswet mocht weigeren.

Art. 1 Auteurswet: “Het auteursrecht is het uitsluitend recht van den maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, of van diens rechtverkrijgenden, om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens de beperkingen, bij de wet gesteld.”

Hiertoe voert de appellant aan dat de Auteurswet niet aan de Wob derogeert. De openbaarmakingsregeling van de Wob is een beperking op het auteursrecht als bedoeld in artikel 1 van de Auteurswet. (Kamerstukken II, 1987/88, 19 859, nr. 6, p. 20-21). De korpschef heeft ten onrechte met een beroep op die bepaling de openbaarmaking van de masterscripties geweigerd. Het hoger beroep wordt gegrond verklaard. De aangevallen uitspraak wordt vernietigd wegens strijd met artikel 2 lid 1 van de Wob.

Art. 2, lid 1 Wob: “Een bestuursorgaan verstrekt bij de uitvoering van zijn taak, onverminderd het elders bij wet bepaalde, informatie overeenkomstig deze wet en gaat daarbij uit van het algemeen belang van openbaarheid van informatie.”