Auteursrecht

Eigenaar internetaansluiting zelf aansprakelijk voor filesharing


Een eigenaar van een internetaansluiting waarmee inbreuk op het auteursrecht is gemaakt, kan zich niet onttrekken aan zijn aansprakelijkheid door een gezinslid aan te wijzen dat mogelijk toegang kon hebben tot deze aansluiting.

Onttrekken aan aansprakelijkheid

Het Europese Hof van Justitie heeft geoordeeld dat een houder van een internetaansluiting waarmee inbreuk op het auteursrecht is gemaakt door filesharing, zich niet kan onttrekken aan zijn aansprakelijkheid door een ander gezinslid aan te wijzen dat toegang kon hebben tot die aansluiting. Het recht op bescherming van het gezinsleven moet hier wijken voor het auteursrecht.

Bescherming van het gezinsleven

Deze zaak gaat over een vordering van een Duitse uitgeverij die schadevergoeding vordert van een Duitse “inbeukmaker” (Michael Strotzer) omdat hij een audioboek illegaal beschikbaar heeft gesteld om het te downloaden terwijl de uitgever het auteursrecht hierop heeft. De inbreukmaker voert aan dat hij deze files niet heeft gedeeld en wijst de rechter op het feit dat niet alleen hij maar ook zijn ouders toegang hebben tot zijn internetaansluiting. De inbeukmaker overlegt hiertoe geen verdere details behalve dat zijn computer uitstond op de tijdstippen dat de inbreuk zou hebben plaatsgevonden. Het Landgericht München is van mening dat een dergelijke verweer volstaat, dit op basis van de interpretatie van de nationale rechtspraak. Het grondrecht op de bescherming van het gezinsleven sluit in deze situatie aansprakelijkheid van de houder van de verbinding uit. Het Landgericht vraagt zich hierbij wel af hoe dit grondrecht zich verhoudt ten opzichte van de bescherming van intellectuele eigendomsrechten. Het Landgericht besluit daartoe prejudiciële vragen te stellen aan het Europese Hof.

Vermeende inbreukmakers komen in Duitsland relatief eenvoudig onder een veroordeling uit. Tot op heden is het namelijk mogelijk om te volstaan met de stelling dat “anderen” toegang hebben gehad tot de internetaansluiting. Met een verwijzing naar het recht van “de bescherming van het gezinsleven” is het niet vereist om meer informatie te verstrekken. De rechter kan hierdoor niet vaststellen wie de illegale downloader is, waardoor vorderingen van auteursrechtorganisaties worden afgewezen. 

Auteursrecht weegt hier zwaarder

Het Hof vind het van belang om een goed evenwicht te vinden tussen het recht op bescherming van het gezinsleven enerzijds en het auteursrecht anderzijds. Door een bijna absolute bescherming te verlenen aan de gezinsleden van de houder van een internetaansluiting waarmee inbreuken op het auteursrecht zijn gemaakt door filesharing, kan de nationale wettelijke regeling die in het hoofdgeding aan de orde is niet worden geacht voldoende doeltreffend te zijn en ervoor te zorgen dat uiteindelijk een doeltreffende en afschrikkende sanctie wordt opgelegd aan de inbreukmaker.

52      Door een bijna absolute bescherming te verlenen aan de gezinsleden van de houder van een internetaansluiting waarmee inbreuken op het auteursrecht zijn gemaakt door filesharing, kan de nationale wettelijke regeling die in het hoofdgeding aan de orde is, in strijd met de vereisten van artikel 8, lid 1, van richtlijn 2001/29, derhalve niet worden geacht voldoende doeltreffend te zijn en ervoor te zorgen dat uiteindelijk een doeltreffende en afschrikkende sanctie wordt opgelegd aan de inbreukmaker. Bovendien kan op grond van de procedure die is ingeleid door het rechtsmiddel dat in het hoofdgeding aan de orde is, de handhaving van de intellectuele-eigendomsrechten als bedoeld in artikel 3, lid 1, van richtlijn 2004/48 niet worden gewaarborgd.

De houder van de internetaansluiting kan zich dus disculperen van een auteursrechtinbreuk door alleen de stelling aan te voeren dat zijn familieleden er ook toegang toe hebben gehad. Dit leidt er immers toe dat de auteursrechthebbende nooit zijn gelijk kan halen bij de rechter, en dat is geen goed evenwicht. 

Terugverwijzen naar de nationale rechter

De zaak wordt terugverwezen naar de Duitse rechter die er zijn oordeel over dient te geven. Uit deze uitspraak kan worden afgeleid dat de bewijslast vanaf heden bij de houder van een internetverbinding komt te liggen. Het is aan de houder om te bewijzen dat een auteursrechtelijke inbreuk die is begaan via zijn internetverbinding niet door de houder zelf is gepleegd. In Nederland worden personen die inbreuk maken op het auteursrecht door filesharing slechts incidenteel vervolgd. Door Dutch Filmworks worden sinds eind 2017 IP-adressen verzameld van internetgebruikers die illegaal downloaden.