Een medische analyse is geen persoonsgegeven
De Hoge Raad: de analyse van medische gegevens zijn geen persoonsgegevens overeenkomstig de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp).
Medische gegevens
Op 16 maart jl. heeft de Hoge Raad zich uitgesproken over de vraag of de analyse van medische gegevens, persoonsgegevens zijn overeenkomstig de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp).
De aanleiding voor deze procedure in cassatie was kort gezegd het volgende. De eiseres in deze zaak is door middel van een keizersnede bevallen van een zoon. De keizersnede is uitgevoerd door een gynaecoloog die verbonden was aan het betreffende ziekenhuis. Na de geboorte is er bij de zoon een hoge dwarslaesie vastgesteld. De eiseres heeft de arts en het ziekenhuis aansprakelijk gesteld op de grond dat de dwarslaesie het gevolg was van een bij de keizersnede gemaakte beroepsfout.
Inzage wordt geweigerd
Tijdens de procedure in hoger beroep werd door de eiseres een incident opgeworpen, omdat haar was gebleken dat de aansprakelijkheidsverzekeraar van het ziekenhuis zich tot een deskundige had gewend en dat deze zijn opinie aan de verzekeraar had verstrekt. De eiseres vorderde vervolgens een afschrift hiervan van grond van de exhibitieplicht, zoals opgenomen in art. 843a Rv. De eiseres stelde tevens dat zowel het ziekenhuis als de gynaecoloog zich er niet op konden beroepen dat het recht op een eerlijk proces mee zou brengen dat inzage moest worden geweigerd. Hierbij verwees de eiseres naar de Wbp.
Het Gerechtshof in Amsterdam beschrijft in r.o. 3.7 dat dit beroep de eiseres niet zal baten, hetgeen al blijkt uit de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) van 17 juli 2014 (nr. C-141/12 en nr. C-372/12). Hierin maakt het HvJEU onderscheid ten aanzien van gegevens in een juridische analyse, in die zin dat gegevens van de aanvrager die in een juridische analyse zijn vermeld persoonsgegevens zijn, maar dat de juridische analyse als zodanig geen persoonsgegeven vormt. Het Gerechtshof komt tot de conclusie dat er ook in deze zaak geen sprake van een medisch onderzoek maar van een medische analyse van bestaande gegevens. Evenals de juridische analyse in de door het HvJEU berechte zaak, bevat de medische analyse in de deze zaak geen informatie over de belanghebbende die door de belanghebbende zelf gecontroleerd kan worden op de juistheid ervan. Alleen die gegevens worden door de Wbp beschermd. Dit leidt ertoe dat aan die wet geen verplichting kan worden ontleend om het medisch advies te verstrekken.
De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad noemt in dit kader: Noch in de Memorie van Toelichting noch in de rechtspraak van de Hoge Raad zijn aanwijzingen te vinden dat met art. 35 Wbp een ruimere bescherming is beoogd dan bij art. 12 sub a van Richtlijn 95/46 het geval is.
Geen persoonsgegevens
In cassatie laat de Hoge Raad het oordeel van het Gerechtshof in stand. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de analyse van de medische gegevens geen persoonsgegevens zijn in de zin van de Wbp. Als conclusie kan de eiseres dus niet het recht op verstrekking van de medische analyse ontlenen aan de Wbp, aldus de Hoge Raad. Naar mijn idee zal deze conclusie niet anders zijn geweest bij toepassing van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG).