Inzagerecht onder de AVG

Inzagerecht onder de AVG


Het inzagerecht is niet absoluut. Zo mag de inzage in vertrouwelijke documenten worden beperken, als dit noodzakelijk is voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.

Geschatte leestijd: 6 minuten

Inzagerecht onder de AVG

Het inzagerecht onder de AVG is een terugkeren topic. Vorig jaar mei, zo’n jaar nadat  de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) van toepassing werd, kwam de Rechtbank Noord-Holland in Den Haag met een praktische uitspraak inzake het inzagerecht zoals opgenomen in art. 15 AVG. Het is een praktische uitspraak in die zin dat de omvang van het inzagerecht wordt afgebakend. Hiervoor biedt de rechtbank een aantal concrete punten. Het inzagerecht:

  • kan slechts door de betrokkenen worden uitgeoefend,
  • beperkt zich tot persoonsgegevens,
  • is niet absoluut omdat er uitzonderingsgronden van toepassing kunnen zijn,
  • geeft niet automatisch recht op inzage van alle bestanden waarin persoonsgegevens voorkomen en
  • geldt niet voor bestanden waar betrokkenen al over beschikken.

Voordat ik deze punten aanhoud tegen een recente uitspraak van het Gerechtshof in Den Haag ga ik eerst wat verder in op het derde punt dat ik hierboven heb genoemd. Het inzagerecht is niet absoluut omdat er uitzonderingsgronden van toepassing kunnen zijn.

Uitzonderingsgronden op het inzageverzoek

De uitzonderingsgronden zijn opgenomen in art. 23 AVG en art. 41 Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (UAVG).

Overweging 4.11 (…)De verwerkingsverantwoordelijke kan artikel 15 AVG onder meer buiten toepassing laten en inzage weigeren als dit noodzakelijk is voor de bescherming en onafhankelijkheid van de rechter en gerechtelijke procedures (artikel 41 UAVG sub f) of voor de bescherming van de betrokkene of van de rechten en vrijheden van anderen (artikel 41 UAVG sub i). De kantonrechter heeft als taak om toezicht te houden op het ingestelde bewind (…).

De Rechtbank Noord-Holland acht het afwijzen van het inzageverzoek noodzakelijk voor de bescherming van de onafhankelijkheid van de rechter en gerechtelijke procedures en de bescherming van de rechten en vrijheden van derden.

Inzageverzoek in kerkdossier

Weer terug naar het Gerechtshof in Den Haag. Op 17 september jl. deed het Hof uitspraak in een zaak die gaat over een kerklid dat bij de kerk een verzoek heeft gedaan om inzage te krijgen in haar persoonsgegevens. 

Het kerklid wil weten welke persoonsgegevens de kerk bewaart over een geschil tussen haar en deze kerk. Zij wil een aantal documenten met betrekking tot dat geschil inzien. De kerk is van mening hiertoe niet verplicht te zijn op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens en de AVG.

Wbp en AVG

De rechtbank heeft op het verzoek van verweerster, in eerste aanleg de Wbp toegepast. Het hof vat art. 48 lid 10 UAVG zo op, dat de Wbp haar gelding blijft behouden op verzoekschriften die vóór 25 mei 2018 bij de rechtbank zijn ingediend, maar uitsluitend voor zover het gaat om onderwerpen die niet door de AVG, maar door het nationale recht worden bestreken en voor zover de Wbp niet in strijd is met de AVG. 

Overigens maakt het voor de beslissing in deze zaak zaak slechts zeer weinig verschil of nu de Wbp of de AVG wordt toegepast. Partijen hebben hun zaak bepleit aan de hand van de Wbp en zijn ervan uitgegaan dat de AVG niet toepasselijk is. Het hof heeft in deze zaak de stellingen zowel aan de hand van de AVG als aan de hand van de Wbp besproken.

Geautomatiseerde verwerking

Het gerechtshof stelt vast dat het verzoek tot inzage gaat over documenten die op een usb-stick zijn opgeslagen. Hiermee is er sprake van geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens. Het gerechtshof komt tot haar oordeel. De kerk is op grond van de Wbp als de AVG verplicht het kerklid haar persoonsgegevens in te laten zien. Het Hof geeft inhoudelijk ook aan wat dit inzagerecht inhoudt en waarop het betrekking heeft.

Objectieve en subjectieve informatie

De kerk moet inzage geven in iedere informatie die door inhoud, doel of gevolg is gelieerd aan het kerklid en waarmee het kerklid redelijkerwijs identificeerbaar is voor de kerk of voor enig andere persoon. Het maakt daarbij niet uit, zo stelt het Hof,  of het gaat om objectieve informatie of om subjectieve informatie, zoals meningen of oordelen. Een verzoek om inzage kan niet zonder meer worden afgewezen op grond dat het gaat om vertrouwelijke, interne notities. 

Overweging 34. Het gebruik van de woorden “iedere informatie” in de definitie van het begrip “persoonsgegevens in artikel 2, onder a), van richtlijn 95/46 wijst er immers op dat het de bedoeling van de Uniewetgever was om een ruime betekenis te geven aan dit begrip, dat niet beperkt is tot gevoelige of persoonlijke informatie maar zich potentieel uitstrekt tot elke soort informatie, zowel objectieve informatie als subjectieve informatie onder de vorm van meningen of beoordelingen, op voorwaarde dat deze informatie de betrokkene “betreft”.

Privacyrecht van derden verdient bescherming

Het kerklid kan niet zonder meer aanspraak maken op integrale kennisneming van de documenten waarin haar persoonsgegevens zijn verwerkt. De informatie moet in begrijpelijke vorm worden verstrekt. De kerk mag de inzage in vertrouwelijke documenten beperken. Tenminste als dit noodzakelijk is voor de bescherming van rechten en vrijheden van anderen, zoals de privacyrechten van andere kerkleden. 

Overweging 4.15 (…) Voor zover aan de met dat recht op inzage nagestreefde doelstelling volledig kan worden voldaan met een andere vorm van verstrekking, kan de betrokkene dus noch aan artikel 12, sub a, van richtlijn 95/45 noch aan artikel 8, lid 2, van het Handvest het recht ontlenen om een afschrift te verkrijgen van het originele document of bestand waarin die gegevens staan. Teneinde de betrokkene geen toegang te geven tot andere informatie dan de hem betreffende persoonsgegevens, kan hij een afschrift krijgen van het originele document of bestand waarin die andere informatie onleesbaar is gemaakt.

De kerk mag de documenten anonimiseren. De kerk kan op deze manier de privacy-rechten van andere kerkleden waarborgen. Het vrijgeven van privacygegevens van derden is immers niet relevant voor de beoordeling van de rechtmatigheid van de gegevensverwerking.

Toepassing van de uitzonderingsgrond

In deze uitspraak kun je op een goede manier zien hoe een uitzonderingsgrond wordt toegepast. Het recht op inzage mag niet botsen met de privacyrechten van anderen. Wees je bij het uitoefenen van je inzagerecht dan ook bewust van de mogelijke uitzonderingsgronden.