Medische analyse

Kunnen medische gegevens aan een schuldeiser wordt verstrekt?


Wanneer persoonsgegevens een medisch karakter hebben komt in beginsel het recht op privacy van een schuldenaar in het geding. Als een schuldenaar een akkoord wenst te treffen met zijn schuldeisers, dan dient een schuldenaar een persoonlijke afweging te maken of het belang bij een akkoord opweegt tegen zijn belang bij privacy.

Medisch karakter

Onder meer deze vraag heeft de Rechtbank Noord-Nederland recent beantwoord in een zaak rondom een zogenaamd dwangakkoord als bedoeld in de faillissementswet. De betrokkenen in deze zaak hebben een schuldenlast bij een aantal concurrente en één preferente schuldeiser. In verband met deze schuldenlast zijn deze betrokkenen toegelaten tot de WSNP maar deze is eerder zonder schone lei beëindigd. Een minnelijke regeling, zo nodig afgedwongen door een dwangakkoord, is in deze situatie nog een mogelijkheid.

Kredietbank Nederland heeft een voorstel aan de schuldeisers gedaan waarbij de schuldeisers een bepaald percentage van het bedrag van hun vordering zullen ontvangen. De kredietbank heeft hierbij aangegeven dat er bij de verzoekers sprake is van een medische problematiek waardoor er geen reële kansen zijn op betaald werk. Een van de schuldeisers, ABN, heeft aangegeven niet akkoord te gaan omdat volgens haar niet duidelijk is of het aanbod het maximaal haalbare is. De kredietbank heeft vervolgens namens de betrokkenen om een dwangakkoord verzocht.

Medische gegevens verwerken

Volgens de rechtbank is het, kort gezegd, voldoende aannemelijk gemaakt dat het voorstel bij de huidige stand van zaken, al dan niet met toepassing van de WSNP op termijn, het maximaal haalbare is. ABN heeft ter zitting kennis genomen van de medische achtergrond van verzoekers en heeft verklaard dat de medische gegevens voldoende aanleiding geven voor de conclusie dat verzoekers kennelijk onvoldoende in staat zijn om meer spaarcapaciteit te genereren. ABN sluit niet uit dat zij met het akkoord had ingestemd, als de kredietbank deze informatie eerder aan hen had verstrekt. ABN kan zich dan ook niet vinden in het standpunt van de kredietbank dat zij op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) geen medische gegevens zou mogen registreren en deze gegevens evenmin aan derden mag verstrekken. ABN heeft de rechtbank verzocht of zij in haar beslissing wil ingaan op deze kwestie. 

Reikwijdte AVG 

De Rechtbank gaat vervolgens in op de reikwijdte van de AVG. Als in de AVG wordt gesproken over bijzondere persoonsgegevens, zo stelt de Rechtbank, wordt daarmee onder meer bedoeld medische gegevens van een persoon. Op grond van artikel 9 AVG geldt in verband met het verwerken van dergelijke gegevens in beginsel een verwerkingsverbod, waarop echter krachtens artikel 22 van de UAVG een aantal uitzonderingen gelden: 

  • a. de betrokkene uitdrukkelijke toestemming heeft gegeven voor de verwerking van die persoonsgegevens voor een of meer welbepaalde doeleinden; 
  • d. de verwerking betrekking heeft op persoonsgegevens die kennelijk door de betrokkene openbaar zijn gemaakt; 
  • e. de verwerking noodzakelijk is voor de instelling, uitoefening of onderbouwing van een rechtsvordering, of wanneer gerechten handelen in het kader van hun rechtsbevoegdheid. 

De Rechtbank is van mening, nu verzoekers de kredietbank hebben voorzien van hun medische gegevens en de kredietbank deze gegevens aan de rechtbank heeft doorgestuurd, dat verzoekers de kredietbank voor het verwerken en doorsturen van de medische gegevens kennelijk toestemming hebben gegeven. De rechtbank gaat hiermee voorbij aan de stelling van de kredietbank dat zij op grond van de AVG of de UAVG niet gerechtigd zou zijn tot verwerking van medische gegevens. Dat kan immers worden afgeleid uit de uitzondering van artikel 22 lid a UAVG. Uitgangspunt is daarbij, zo motiveert de Rechtbank, dat de gegevens alleen verwerkt mogen worden in welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigd doel of doelen, waarvoor uitdrukkelijk toestemming van de schuldenaar gegeven moet zijn. 

Het verstrekken van informatie aan derden zou opgevat kunnen worden als een verruiming van het oorspronkelijke doel en dit is naar het oordeel van de rechtbank verdedigbaar als de verruiming verenigbaar blijft met het oorspronkelijke verzameldoel met het doel, waarover een schuldenaar met de kredietbank wederom goede afspraken dient te maken. De rechtbank is op grond van artikel 22 lid e UAVG bevoegd tot registratie van deze medische gegevens nu die registratie valt onder handelen in het kader van haar rechtsbevoegdheid als bedoeld in dat artikel. 

Medische gegevens aan derde verstrekken

Of kredietbank deze gegevens aan een derde (ABN) mocht verstrekken wordt in belangrijke mate beheerst door het volgende. Bij de totstandkoming van artikel 287a Fw heeft de wetgever bepaald dat bij de te maken belangenafweging een aantal omstandigheden een rol kunnen spelen. In ieder geval drie omstandigheden zijn naar het oordeel van de rechtbank leidend:

  • is het schikkingsvoorstel goed en betrouwbaar gedocumenteerd?
  • is voldoende duidelijk gemaakt dat het aanbod het uiterste is waartoe de schuldenaar financieel in staat moet worden geacht?
  • biedt het alternatief van faillissement of schuldsanering enig uitzicht voor de schuldeiser: hoe groot is de kans dat de weigerende schuldeiser evenveel of meer zal ontvangen? 

Schuldeiser mag rekenen op concrete informatie

Een schuldeiser mag naar het oordeel van de rechtbank rekenen op concrete informatie, te meer als die informatie dient ter onderbouwing van de stelling dat spaarcapaciteit geheel ontbreekt. Als de informatie een medisch karakter heeft, komt in beginsel het recht op privacy van een schuldenaar in het geding. Als een schuldenaar een akkoord wenst te treffen met zijn schuldeisers, dient een schuldenaar dan ook een persoonlijke afweging te maken of het belang bij een akkoord opweegt tegen zijn belang bij privacy. Veelal zal het niet noodzakelijk zijn dat een schuldenaar een volledig medisch dossier verstrekt. De enkele mededeling dat er medische beperkingen zijn die de arbeidscapaciteit bemoeilijken acht de rechtbank niet voldoende om een schuldeiser ervan te overtuigen dat het akkoord aantrekkelijk is. In eerste instantie zou de kredietbank (met toestemming van een schuldenaar) kunnen volstaan met de vermelding wat de aard van de beperking is, dat de beperking een structureel karakter heeft, hetgeen blijkt uit een medische rapportage.

Het dient een schuldeiser op zijn minst duidelijk te zijn dat de kredietbank haar inschatting baseert op beschikbare informatie die de kredietbank heeft ingezien, waaraan een schuldenaar de restrictie heeft opgelegd dat de kredietbank die informatie op grond van de AVG niet mag verspreiden aan een derde partij. Daarbij dient naar het oordeel van de rechtbank ook de hoogte van de vordering in aanmerking te worden genomen, waarbij beschouwd moet worden of het belang van een schuldeiser opweegt tegen het belang op privacy. 

Mogelijkheid van beroep mogelijk niet zonder consequenties

De rechtbank benadrukt dat het een schuldenaar vrij staat zich op grond van de AVG en/of de UAVG te beroepen op zijn recht van privacy. Daar staat tegenover dat het ontbreken van medische gegevens gevolgen kan hebben voor de beoordeling van de deugdelijkheid van het akkoord in het kader van de te maken belangenafweging.