Verwerking BSN door de belastingdienst is in strijd met de wet
Door het toepassen van het huidige btw-nummer wordt ervoor gezorgd dat het BSN van zelfstandigen verplicht en ongewild openbaar wordt gemaakt. Hierdoor lopen zelfstandigen onnodige privacyrisico’s. Uit het onderzoek van de AP blijkt dat er sprake is van onrechtmatig handelen door de Belastingdienst.
Burgerservicenummer
Het gebruiken van het BSN in het btw-identificatienummer is al langer een doorn in het oog van menig zelfstandig ondernemer. Zelfstandigen met een eenmanszaak kunnen hun BSN niet beschermen. Zij zijn immers verplicht hun BSN kenbaar te maken doordat het BSN een onderdeel vormt van het btw-identificatienummer.
Het Burgerservicenummer (BSN) is als wettelijk identificatienummer een gevoelig persoonsgegeven. Het verwerken hiervan is slechts onder strikte voorwaarden toegestaan. Het BSN mag op basis van artikel 10 van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer (Wabb) bij de verwerking van persoonsgegevens slechts worden gebruikt ter uitvoering van de betreffende wet dan wel voor doeleinden bij de wet zijn bepaald.
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) is op 13 juni 2017 een onderzoek gestart naar de problematiek rondom het gebruiken van het BSN in btw-identificatienummers van zelfstandigen met een eenmanszaak. Op 6 juli jl. heeft de AP haar rapport gepresenteerd waarin wordt vastgesteld dat het gebruik van het BSN van zelfstandigen in btw-identificatienummers in strijd is met artikel 46 UAVG.
Het btw-nummer
Het BSN is bedoeld voor de communicatie tussen de burger en de overheid, waarbij het gebruik van een persoonsnummer nodig is ten behoeve van een eenduidige identificatie en registratie. Het gebruik van het BSN is bij wet geregeld.
Het btw-identificatienummer wordt verstrekt door de belastingdienst. De Belastingdienst bouwt het btw-identificatienummer voor zelfstandigen op uit het BSN van de zelfstandige, voorafgegaan door ‘NL’ en de toevoeging ‘B’ plus een volgnummer daarachter. Een ondernemer dient dit btw-nummer op onder meer de facturen en op de website kenbaar te maken. Hiermee wordt het BSN van een zelfstandige verwerkt in het btw-nummer, dat verplicht openbaar moet worden gemaakt. Het gevolg hiervan is dat het BSN van een zelfstandige openlijk kenbaar wordt gemaakt.
Het oordeel van de Autoriteit Persoonsgegevens
Het onderzoek van de AP heeft zich gericht op het vaststellen of er een wettelijke grondslag is voor het gebruik van het burgerservicenummer in btw-identificatienummers van zelfstandigen met een eenmanszaak zoals ZZP’ers door de Belastingdienst.
Art. 10 Wabb voorziet in een algemene grondslag voor de overheid voor het gebruikern van het BSN bij de verweking van persoonsgegevens in het kader van de uitvoering van zijn taak. Nadere regelgeving is hiervoor niet vereist. De wijze waarop de Belastingdienst het BSN gebruikt gaat echter verder dan het gebruiken als hulpmiddel voor uitwisseling en registratie, zo stelt de AP.
Bij het opbouwen en daarna uitgeven van een btw-identificatienummer, neemt de Belastingdienst het integrale BSN van de zelfstandige als uitgangspunt en voegt daaraan enkele tekens toe. In feite is sprake van het omdopen van het BSN tot een ander wettelijk voorgeschreven nummer, het btw-identificatienummer. Hiermee maakt de Belastingdienst oneigenlijk gebruik van het BSN.
Art. 10 Wabb kan hierdoor geen grondslag bieden voor het gebruiken van het BSN in een btw-identificatienummer. Doordat er hiervoor ook in wettelijke bepalingen geen grondslag bestaat, is deze verwerking in strijd met artikel 46 van de UAVG.
Op grond van art. 5 lid 1 onder a AVG moeten persoonsgegevens worden verwerkt op een wijze die ten aanzien van de betrokkene rechtmatig, behoorlijk en transparant is. De AP heeft geconstateerd dat het BSN op een oneigenlijke manier wordt gebruikt door het “om te dopen en te gebruiken als btw-identificatienummer”. Hierdoor zijn zelfstandige gedwongen om hun BSN openbaar te maken middels het btw-nummer. Dit staat haaks op de uitgangspunten voor het gebruik van het BSN, zo stelt de AP.
Verder is in art. 6 lid 1 AVG bepaald dat een verwerking alleen rechtmatig is indien en voor zover sprake is van een van de in die bepaling limitatief genoemde grondslagen. De overheid kan zich voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van haar overheidstaak uitsluitend beroepen op de verwerkingsgrond van art. 6 lid 1 onder e AVG. In dit artikel is bepaald dat verwerking is toegestaan wanneer dit noodzakelijk is bij de uitoefening van een overheidstaak. De AP constateert dat de verwerking van het BSN niet noodzakelijk is voor het vervullen van de taak door de Belastingdienst. Ondanks het feit dat het gebruik van het BSN wellicht administratieve voordelen kent, heeft de Belastingdienst ook een ander nummer kunnen gebruiken. Van noodzaak is hier dus geen sprake.
De AP komt hiermee tot de conclusie dat het gebruik van het BSN in btw-identificatienummers van zelfstandigen met een eenmanszaak door de Belastingdienst in strijd is met art. 46 AVG, art. 5 lid 1, onder a AVG en art. 6 lid 1, AVG.
Hoe verder
Uit het onderzoek van de AP blijkt dat er sprake is van onrechtmatig handelen door de Belastingdienst. Door het toepassen van het huidige btw-nummer wordt ervoor gezorgd dat het BSN van zelfstandigen verplicht en ongewild openbaar wordt gemaakt. Hierdoor lopen zelfstandigen onnodige privacyrisico’s. De staatssecretaris van Financiën heeft in april van dit jaar toegezegd om de Tweede Kamer vóór de zomer van 2018 te informeren over de mogelijkheden van een andere vormgeving van het btw-nummer.