Ter beschikking stellen videobeelden geen inbreuk op AVG


Twee mannen bezoeken een exclusieve club. Eén van de twee is met zijn bedrijfsbus gekomen en heeft stand-by dienst. Er vinden die avond enkele misstanden plaats waarbij beide mannen zijn betrokken. De club heeft hiervan videobeelden vastgelegd. De dag erna bezoekt een vertegenwoordiger van de club de directeur van het bedrijf waarvan de naam op de bedrijfsbus stond. De club wil hiermee de identiteit van de mannen achterhalen.

Het bedrijf heeft kort daarna de club benaderd om beelden te mogen zien die inzicht geven in het alcoholgebruik van de medewerker. De club laat enkele beelden zien. Kort daarop wordt de arbeidsovereenkomst met de betreffende medewerker beëindigd middels een vaststellingsovereenkomst.

De medewerker stapt naar de rechter omdat hij van mening is dat de club inbreuk heeft gemaakt op de AVG en hierdoor jegens hem aansprakelijk is. De veelgehoorde opmerking “er mag niets van de AVG” gaat in dit geval niet op. De rechter gaat niet mee in de zienswijze van de man.

Wanneer is een verwerking op grond van de AVG rechtmatig

Op basis van art. 6 sub f AVG is een verwerking van persoonsgegevens rechtmatig als dit noodzakelijk is voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke of van een derde, behalve wanneer de belangen of de grondrechten en de fundamentele vrijheden van de betrokkene die tot bescherming van persoonsgegevens nopen, zwaarder wegen dan die belangen (…).

De verwerking is dus in beginsel rechtmatig wanneer er sprake is van (1) een gerechtvaardigd belang van de verwerkingsverantwoordelijke of een derde en (2) de verwerking noodzakelijk is.

Achterhalen identiteit

Ten aanzien van het tonen van de foto van de medewerker aan de directeur van het bedrijf waarvan de naam op de bedrijfsbus stond, geldt volgens de rechtbank Rotterdam dat aan deze voorwaarden is voldaan.

De club heeft gemotiveerd gesteld dat de man zich die bewuste avond in de club onbehoorlijk heeft gedragen. Hij nuttigde alcohol, was rumoerig en maakte vervelende opmerkingen naar andere bezoekers. De club heeft ook gesteld dat zij de man een toegangsverbod wilde opleggen. Hiervoor moesten zij op hoogte moest zijn van de identiteit van de man. Aan de hand van het logo op de bedrijfsbus en op zijn trui heeft de club contact heeft gezocht met het bedrijf. 

Dat de club de veiligheid van haar bezoekers en medewerkers wilde waarborgen en haar eigendommen wilde beschermen met een toegangsverbod maakt dat het belang van de club bij het tonen van de foto gerechtvaardigd is: de identiteit moest daarvoor immers worden achterhaald. Het tonen van de foto aan was ook noodzakelijk ter behartiging van het gerechtvaardigde belang van de club. Deze verwerking staat in verhouding tot het doel dat de club daarbij had. Er is niet gebleken dat er een voor de man minder nadelige manier was om zijn identiteit te kunnen vaststellen. De rechtbank neemt hierbij mee dat de man zich dermate onbehoorlijk heeft gedragen dat hij de consequenties van zijn misdragingen zelf heeft bewerkstelligd of deze in ieder geval kon verwachten.

Vaststellen alcoholgebruik

Ook voor tonen van een deel van de camerabeelden aan de werkgever van de man en het ter beschikking stellen daarvan, geldt volgens de rechtbank dat aan de voorwaarden is voldaan. 

Hier gaat het om het gerechtvaardigd belang van een derde (het bedrijf) zo stelt de rechtbank. Het bedrijf, zo motiveert de rechtbank, wilde meer weten over het gedrag van de man op de avond dat hij stand-by dienst had. De man reed in de bedrijfsbus waarin gevaarlijke stoffen lagen. Het bedrijf had met het oog op de veiligheid een gerechtvaardigd belang om inzicht te krijgen in de hoeveelheid alcohol die de man die avond had genuttigd. 

Daarnaast is aannemelijk geworden dat het tonen van een deel van de beelden noodzakelijk was om het gerechtvaardigd belang van het bedrijf te behartigen. Om een inschatting te kunnen maken van de ernst van de situatie is het logisch, zo motiveert de rechtbank verder, dat het bedrijf de beelden met eigen ogen wilde zien. 

Ook het ter beschikking stellen van deze beelden wordt door de rechtbank geacht noodzakelijk te zijn geweest: het bedrijf heeft de beelden aan haar jurist laten zien om eventuele vervolgstappen te laten onderzoeken. 

Geen inbreuk op grond van de AVG

De rechtbank Rotterdam komt hiermee tot de conclusie dat de club door het tonen van de beelden en het ter beschikking stellen van die beelden, geen inbreuk heeft gemaakt op de AVG en dat deze verwerking van persoonsgegevens rechtmatig is geweest. 

De vorderingen van de man worden afgewezen. De veelgehoorde opmerking “er mag niets van de AVG” gaat in dit geval dus zeker niet op.

Vragen over privacyrecht en AVG?

Heb je nog vragen over dit onderwerp, neemt dan gerust contact op of lees andere artikelen over dit onderwerp.