Recht op inzage onder de AVG niet zonder identificatie

Recht op inzage onder de AVG niet zonder identificatie


Voordat een organisatie een inzageverzoek op grond van de AVG in behandeling kan nemen, dient die organisatie jouw identiteit te kunnen vaststellen. Dat is van belang om zo jouw privacy te beschermen. Dit is ook de uitkomst van een uitspraak van de rechtbank Overijssel.

Het inzagerecht onder de AVG

Personen (betrokkenen) hebben op grond van de AVG diverse rechten om controle te houden over hun eigen persoonsgegevens. Het recht op inzage in persoonsgegevens is één van deze rechten. 

Het inzagerecht is een privacyrecht

Het recht op inzage in persoonsgegevens staat genoemd in art. 15 van de AVG. Dit recht houdt in dat je als persoon aan iedere organisatie kunt vragen of er persoonsgegevens van jou worden verwerkt, om welke persoonsgegevens het gaat en waarom en op welke wijze jouw persoonsgegevens worden verwerkt. Vervolgens kun je op grond van de informatie die aan jou is verstrekt, kort gezegd gebruik maken van andere in de AVG opgenomen privacyrechten. Denk hierbij aan het recht om je persoonsgegevens te laten wijzigen, te laten wissen of de verwerking te laten beperken.

Inzageverzoek

De manier waarop je een verzoek indient om inzage te krijgen in je persoonsgegevens is vormvrij. Met andere woorden, dat kan telefonisch, via e-mail, persoonlijk etc. Als de organisatie bij wie je het inzageverzoek hebt gedaan daarom vraagt, moet je als betrokkene het verzoek nader omschrijven. Art 15 lid 3 AVG geeft aan dat de verwerkingsverantwoordelijke de betrokkene een kopie dient te verstrekken van de persoonsgegevens die worden verwerkt. De organisatie mag hiervoor, in “normale gevallen”, geen kosten rekenen. Het recht op inzage is uiteraard beperkt tot persoonsgegevens van jou als betrokkene zelf. De organisatie dient immers ook de rechten en vrijheden van anderen beschermen. De organisatie dient in principe binnen 30 dagen aan het inzageverzoek te voldoen.

Recente Jurisprudentie over het inzagerecht

Eind vorige maand is er een uitspraak gepubliceerd van de rechtbank Overijssel. De eiser in deze zaak had een inzageverzoek gedaan onder vermelding van zijn voorletters, achternaam en een postbusnummer. Hij weigert de nodige informatie aan te leveren waarmee hij geïdentificeerd kan worden. De gemeente Ommen, aan wie het verzoek was gericht, kan hierdoor geen gehoor geven aan het verzoek. De eiser gaat in beroep bij de rechtbank omdat de beslissing op zijn verzoek uitblijft.

Geen betrokkene in de zin van de AVG

Zoals gezegd is de eiser in deze zaak niet geïdentificeerd en ook niet identificeerbaar. De eiser heeft in zijn verzoek alleen zijn voorletters en zijn achternaam vermeld. Hij weigert de gevraagde informatie, waarmee hij kan worden geïdentificeerd, aan de gemeente te verstrekken. De rechtbank is hiermee van mening dat de eiser niet als een betrokkene in de zin van de AVG kan worden aangemerkt. Dit heeft tot gevolg dat het inzageverzoek van de eiser niet kan worden geduid als een verzoek zoals bedoeld in art.15 AVG. Er is dus slechts sprake van een verzoek om informatie. Hierdoor is het uitblijven van een beslissing op dit verzoek niet te duiden als het “niet tijdig nemen van een besluit” in de zin van de Awb. De rechtbank acht zich onbevoegd omdat je tegen het uitblijven van een beslissing geen beroep kunt instellen. 

Mocht je gebruik willen maken van je inzagerecht, houd hiermee dan rekening. Voordat een organisatie je inzageverzoek in behandeling kan nemen, dient zij je identiteit te kunnen vaststellen. Dat is van belang om zo jouw privacy te beschermen. Zorgvuldigheid is geboden, je wilt immers niet dat iemand anders toegang krijgt tot jouw gegevens.

Meer weten?

Heb je nog vragen over dit onderwerpen of privacyvragen in het algemeen, neemt dan gerust contact op of lees andere artikelen over dit onderwerp.