Geen recht op schadevergoeding bij de enkele schending van de AVG
De enkele schending van de AVG geeft geen recht op schadevergoeding Tot dit antwoord is het Hof van Justitie van de Europese Unie (EU-Hof) gekomen op vragen van een Oostenrijkse rechter. Het recht op schadevergoeding binnen de AVG bestaat slechts indien cumulatief is voldaan aan drie voorwaarden: 1) een inbreuk op de AVG, 2) materiële of immateriële schade als gevolg van die inbreuk en 3) een causaal verband tussen de schade en de inbreuk.
Geschatte leestijd: 4 minuten
Prejudiciële procedure
Het Oberste Gerichtshof, de hoogste federale rechter in civiele en strafzaken van Oostenrijk heeft twijfels geuit over de vraag hoever het recht op schadevergoeding op grond van de AVG reikt in geval van materiële of immateriële schade. Deze rechter heeft het EU-Hof, in een prejudiciële procedure, onder meer gevraagd of het enkele feit dat inbreuk is gemaakt op de AVG, volstaat voor toekenning van schadevergoeding, en of vergoeding slechts mogelijk is wanneer de geleden immateriële schade een bepaalde drempel van ernst te boven gaat.
Zo’n prejudiciële procedure biedt rechterlijke instanties van de EU-lidstaten de mogelijkheid vragen aan het Hof te stellen over de uitleg van het recht van de Unie of over de geldigheid van een handeling van de Unie. De nationale rechterlijke instantie dient het geding af te doen overeenkomstig de beslissing van het Hof. Deze beslissing bindt ook andere nationale rechterlijke instanties die kennisnemen van een soortgelijk zaak.
Österreichische Post
De casus die aan deze beslissing ten grondslag lag, was de volgende: Vanaf 2017 heeft Österreichische Post informatie verzameld over de politieke gezindheid van de Oostenrijkse bevolking. Met behulp van een algoritme werden ‘adressen van doelgroepen’ gedefinieerd op basis van sociale en demografische criteria. Uit die gegevensverzameling kon Österreichische Post afleiden dat een bepaalde burger een grote affiniteit had met een bepaalde Oostenrijkse politieke partij. Deze verwerkte gegevens werden niet doorgegeven aan derden. Een burger, die niet had ingestemd met de verwerking van zijn persoonsgegevens, stelt dat het feit dat hem een affiniteit met de partij in kwestie werd toegeschreven, hem ernstige ergernis, verlies van vertrouwen en een gevoel van vernedering heeft bezorgd. Ter vergoeding van de immateriële schade die hij meent te hebben geleden, vordert hij bij de Oostenrijkse gerechten een bedrag van 1.000 euro.
Drie voorwaarden waaraan cumulatief moet worden voldaan
In haar arrest stelt het EU-Hof vast dat het duidelijk is dat het recht op schadevergoeding op grond van de AVG alleen dan bestaat wanneer cumulatief is voldaan aan de volgende drie voorwaarden: een inbreuk op de AVG, materiële of immateriële schade als gevolg van die inbreuk en een causaal verband tussen de schade en de inbreuk.
Dit betekent dus dat niet elke inbreuk op zich op de AVG recht geeft op schadevergoeding. Elke andere uitlegging zou in strijd zijn met de duidelijke bewoordingen van de AVG, zo stelt het EU-Hof. Bovendien leidt een inbreuk op de AVG (volgens de overwegingen bij de AVG) niet noodzakelijkerwijs tot schade en is er slechts sprake van een recht op schadevergoeding wanneer er een causaal verband bestaat tussen de betrokken inbreuk en de geleden schade.
De vordering tot schadevergoeding verschilt dus van andere beroepswegen waarin de AVG voorziet. Hierbij wijst het EU-Hof naar de mogelijkheid van het opleggen van administratieve geldboeten, waarbij er geen individuele schade hoeft te worden aangetoond.
Geen drempel van ernst
In de tweede plaats merkt het EU-Hof op dat het recht op schadevergoeding niet alleen geldt voor immateriële schade die een bepaalde drempel van ernst bereikt. In de AVG wordt dat vereiste niet vermeld. Een dergelijke beperking zou in tegenspraak zijn met de ruime opvatting die de EU-wetgever aan het schadebegrip heeft gegeven. Een betrokkene die schadevergoeding vordert zal wel bewijs moeten leveren dat de inbreuk een daadwerkelijke schade heeft opleveren (r.o. 50). De schadevergoeding dient ter vergoeding van de werkelijk geleden schade.
Regels over de vaststelling van de schadevergoeding
Het is zaak dat elke lidstaat nadere regels en criteria vaststelt ter bepaling van de omvang van verschuldigde schadevergoeding. Het EU-Hof merkt op dat de AVG hiervoor geen bepalingen bevat. Hierbij dienen, zo stelt het EU-Hof verder, de beginselen van gelijkwaardigheid en doeltreffendheid in acht te worden genomen. In dit verband benadrukt het EU-Hof de compenserende functie van het in de AVG opgenomen recht op schadevergoeding. Daarbij brengt het EH-Hof in herinnering dat dit instrument beoogt om een volledige en daadwerkelijke vergoeding van de geleden schade te waarborgen.
Meer weten?
Deze uitspraak zal zeker gevolgen hebben voor de rechtspraktijk. Met deze uitspraak van het EU-Hof wordt voorkomen dat elke schending van de AVG zomaar een succesvolle schadeclaim kan opleveren.
Heb je vragen over het privacyrecht, neemt dan gerust contact op of lees andere artikelen over dit onderwerp.